OLIJF MET PEREN

Nieuwe Keizersgracht Amsterdam

De Jodenbuurt

Olea europaea

De olijfbomen

Pyrus

Over de peer

Cardozo

Nog een naam verklaard

Ik woon in Pereira

Stad in Colombia

Calmeijer eiland

Krakatau

Ik woon op Rodrigues

Eiland

Berthe Verdonck

toespraak als 'jongere'

Polenreis 2008

Auschwitz Comité

Lakens

Hygiëne van de vrouw

Ex Libris Elsa d'Oliveira

Engelien Reitsma-Valença

De Peer


Archeologen hebben op tal van plaatsen perenpitjes gevonden die dateren uit de prehistorie. De peer is de vrucht van de perenboom. Die is oorspronkelijk afkomstig uit Klein-Azië en behoort tot de rozenfamilie of de Rosaceae. In Klein-Azië groeide hij in het wild. Dankzij de trekvogels, die hun uitwerpselen zo'n beetje overal achterlieten, is de perenboom in Europa terechtgekomen.
De eerste perenboomgaarden zouden ruim 4000 jaar v.Chr. in China zijn aangeplant. Als we Homerus mogen geloven, waren de Grieken verzot op peren. Hij noemde de vrucht "geschenk van de goden". De Romeinen aten ze op allerlei manieren : rauw, gekookt of in de zon gedroogd. Ze maakten er ook een gegiste drank van.

Toen de Romeinen hadden geleerd om de perenbomen te snoeien en te enten, kwam de perenteelt in volle bloei. Zo creëerden ze tal van variëteiten : op het einde van het Romeinse rijk, in 476 n.Chr., bestonden er zestig verschillende soorten, die de Romeinen ook in de veroverde gebieden introduceerden.
Maar als we mogen afgaan op de namen die de peren kregen, waren ze wellicht niet bijster lekker : zo hadden ze in de Middeleeuwen de "Caillou rosat" (rozensteen) en de "Poire de l'angoisse" (peer van de angst).

In de 16de eeuw bestonden er zestien perenrassen, zoals blijkt uit de inventaris van Charles Estienne uit 1530. Later liet Lodewijk XIV, die een grote perenliefhebber was, perenbomen telen in zijn beroemde moestuin onder leiding van Jean de la Quintinie. Maar de peer werd pas in de 18de eeuw een lekkernij dankzij de inspanningen van de Belgische monnik Nicolas Hardenpont.

Lodewijk XV, Lodewijk XVI en Karel X kregen ter gelegenheid van hun kroning in Reims een coupe met champagne en een peer aangeboden.
Tot de 16de eeuw werden er bij feestmalen voor de kaas peren geserveerd om de mond te verfrissen. Vandaar de Franse uitdrukking "entre la poire et le fromage", wat zoveel betekent als : tegen het einde van de maaltijd.

 

De variëteiten

De peer is een langwerpige vrucht met een bolle onderkant die smaller wordt naar het steeltje toe. De schil kan geel, bruin of groen zijn. Het vruchtvlees varieert naargelang van de variëteit : wit, zacht en fijn of lichtjes korrelig.
Er bestaan meer dan 2000 perenrassen. Maar er zijn er maar een tiental op de markt, en die worden vooral in de Val de Loire, Zuidoost- en Zuidwest-Frankrijk geteeld.

Guyot : vrij dikke vrucht, lichtgroene schil, geel bij de rijpe vrucht. Zoet en sappig vruchtvlees. Seizoen : juli tot september.
William : middelgrote vrucht met gele schil. Zacht, sappig en heel geparfumeerd vruchtvlees. Seizoen : augustus tot oktober.
Beurré Hardy : vrucht met dikke, groene schil. Heel fijn en geparfumeerd vruchtvlees dat smelt in de mond. Seizoen : september tot december.
Alexandrine : middelgrote vrucht met gladde, fijne, donkergele schil. Heel fijn, stevig, wit vruchtvlees. Seizoen : september tot november.
Louise Bonne : kleine, langwerpige vrucht met fijne, groengele schil. Stevig, weinig sappig vruchtvlees met een lichtelijk zure smaak. Seizoen : september tot november.
Comice : vrij dikke vrucht met lichtgele tot groengele schil. Fijn, zoet, wit vruchtvlees dat smelt in de mond. Seizoen : oktober tot februari.
Conférence : langwerpige vrucht met bolle onderkant en dikke, groene tot bronskleurige schil. Fijn, sappig, zoet, lichtjes roze vruchtvlees met een lichtelijk zure smaak. Seizoen : oktober tot half mei.
Passe-Crassane : vrij ronde vrucht met dikke, ruwe, gele schil. Vrij korrelig, maar zacht en heel sappig vruchtvlees. Seizoen : december tot mei.
Angélys : nieuw perenras dat nog maar onlangs werd voltooid en in 2000 werd geïntroduceerd. Dikke schil, fijn en zoet vruchtvlees. Hij zal binnenkort de hele winter verkrijgbaar zijn.
Stoofperen, zoals de "Poire de curé" en de "Belle angevine", zijn zogoed als verdwenen : af en toe vind je ze nog op de markt op het Franse platteland.
Behalve in Frankrijk worden er ook peren geteeld in Duitsland, Argentinië, Zuid-Afrika en Australië.

Hoe moet je kiezen ?

Een rijpe peer is geparfumeerd en voelt soepel aan. Zijn schil mag niet bevlekt of gekneusd zijn. Het steeltje moet goed in de vrucht zitten. Soms wordt het beschermd met een laagje was.
De peer is een tere vrucht die moeilijk vervoerd kan worden. Daarom worden peren geplukt voor ze helemaal rijp zijn. Wees geduldig en laat ze rustig rijpen in een fruitschaal. Leg ze met hun steeltje naar boven. Stapel ze niet op elkaar als u ze niet wilt beschadigen. Bewaar ze niet in de koelkast, tenzij ze op het punt staan overrijp te worden.

Voedingswaarde

De voedingswaarde van de peer is niet bepaald shockerend. Zoals alle fruit bevat hij weinig calorieën : 50 per 100 g, die geleverd worden door de koolhydraten (12%).
Hij is ook vrij rijk aan vezels (2,7%). Behalve een piepklein beetje caroteen (50 mg) bevat hij bedroevend weinig vitaminen : amper 5 mg vitamine C.
Als u een fruitsalade maakt met peren, voeg er dan citroensap aan toe : dat zal de trieste voedingswaarde een beetje opkrikken.

Goed voor iedereen ?

Peren zijn doorgaans goed verteerbaar. Als u ze goed plet, zijn ze ook geschikt als babyvoeding.

Hoe dien je ze op ?

Voor gebruik in gebak of in de keuken moet je ze overgieten met citroensap zodra ze gesneden zijn, omdat ze snel oxideren.
De peer is in de eerste plaats een dessertvrucht : volgens de etiquette moet hij geschild worden met een dessertmes en –vork. In feite lijkt dat maar logisch : als een peer sappig is, loopt het sap je over de vingers. Die vork is dus best handig.
Peren zijn multifunctioneel : je kunt ze verwerken in charlotte-russe, krans van koud of geglaceerd fruit, deeg en taart of er compote, ijs, mousse of soufflé van maken.
Grote klassieker : peren met wijn. Maak ze schoon en kook ze in hun geheel. Wees niet zuinig met de kruiden : vanille, kaneel en andere.
Peren zijn ook lekker in zoute gerechten : ze passen goed bij gevogelte en wild. Ze zijn ook lekker als voorgerecht, in een salade en bij gerookte ham.
Je kunt ook gedroogde peer of ingeblikte peren op stroop vinden.
De beroemde en heerlijke perenbrandewijn, de "Williamine", wordt bij voorkeur geschonken in gekoelde glazen.

Uit: Peren met gezondheid